Zoete aardappel of bataat De zoete aardappel is een inulinehoudende knol, een verdikking van de wortels. Hij staat op de zevende plaats op de lijst van belangrijkste voedselgewassen in de wereld. De zoete aardappel bevat bovendien inuline. Dit in tegenstelling tot de aardappel, die zetmeel bevat. Inuline verteert langzamer dan zetmeel en is daarom gezonder voor diabetespatiënten. De wortels van deze plant zijn rijk aan anthocyanines, die tot de gezonde flavonoïden behoren. Daarvan zijn cyanidine en peonidine de belangrijkste. Teelttips voor de zoete aardappel Het is een tropische plant, dus warmte en water zijn heel belangrijk, dit warmteminnend gewas groeit het best tussen de 20 en 30 graden, met een grondtemperatuur van minder dan 15 graden is er geen groeiactiviteit ... Plant dus niet aan vóór 15/05, de plant kan niet tegen vrieskou en koude temperaturen in het algemeen Kies een stuk grond bij voorkeur in de zon ... Om de planten warm en vochtig te houden, plant je die best onder biofolie. Maak aardappelruggen aan op ongeveer +/- 60 cm van elkaar, leg de biofolie erop en sluit de kanten goed af zodat er geen wind onderkan, Je maakt om de 25 à 30 cm een plantgat, steek de kluit een 3tal cm in de grond. Als het nog te koud is in Mei, kan je ook nog een vliesdoek gebruiken om over de planten te leggen. De planten goed aangieten met (liefst water op kamertemperatuur) zodat de grond niet onnodig afkoelt .. grondwater en regenwater kunnen soms nog heel koud zijn in Mei. De 1ste 14 dagen na aanplanting, om de 2 dagen water geven via de plantgaten, dus de grond goed vochtig houden, 's morgens zodat de grond terug kan opwarmen tijdens de dag ... Dan mag je in Juni een "droogte" periode inlassen (14 tal dagen), zo ontwikkelen de voedingswortels van de plant. Oogsten en bewaren van de zoete aardappel Het oogsten moet zo voorzichtig mogelijk gebeuren, liefst met de hand. Beschadiging van de knollen moet absoluut vermeden worden. Voor de eerste vorst optreedt moeten alle zoete aardappelen geoogst zijn. Vanaf eind september, begin oktober kan je beginnen oogsten, best rooien vóór de grote regenval in het najaar, en altijd rooien bij droog weer, zorg dat de bataat niet breekt, de bataat mooi laten opdrogen (dus zo weinig mogelijk aarde eraan) niet wassen, en dan bewaren (14 dagen) tussen de 25 a 30 graden) in open bakken, en vervolgens bewaren op een droge, donkere en koele plaats bij +/- 10°C.. Zorg dat er geen grote temperatuurschommelingen zijn, anders beginnen die te "zweten" en dat komt de bewaring niet ten goede .. Geen ziektes let wel op voor vraatschade, de knollen zijn een delicatesse voor woelmuizen en ratten ... ook slakken in de gaten houden, die eten graag bladeren .. |